Ovulatie-inductie
Deze vruchtbaarheidsmethode is interessant voor vrouwen die problemen hebben met de menstruatiecyclus en daardoor moeilijk zwanger kunnen worden. Herken jij dit probleem? Dan is ovulatie-inductie wellicht een oplossing. Denk aan een onregelmatige of wegblijvende menstruatiecyclus door bijvoorbeeld overgewicht of problemen met de hormonen. Om er achter te komen of jij hier ook last van hebt zijn er een aantal manieren waarop je dit bij jezelf kunt testen. Vervolgens zou je bij de huisarts een test kunnen laten afnemen. De huisarts kan vertellen of ovulatie-inductie inderdaad de juiste behandeling is. De behandeling kan op twee manieren worden toepast, namelijk door het gebruik van clomid tabletten of hormooninjecties. Beide behandelingen zullen worden uitgelegd. Afhankelijk van de test zal blijken welke het beste bij jou past.
Voor wie?
Ovulatie-inductie wordt vaak toegepast bij paren die moeite hebben met het krijgen van kinderen. Meestal komt dit door problemen met de menstruatie. Dit uit zich bijvoorbeeld in lange, onregelmatige of wegblijvende ovulaties, waardoor er minder dan tien keer per jaar een ovulatie kan optreden. Gemiddeld is dit dertien keer per jaar. Minder dan tien keer per jaar is erg weinig, waardoor de kans op zwanger worden sterk afneemt. Om ovulatie-inductie succesvol te laten zijn moeten er wel voldoende eicellen aanwezig zijn die gestimuleerd kunnen worden. Een stoornis in de menstruatiecyclus kan om verschillende redenen ontstaan.
Problemen met hormoonproductie
Het kan zijn dat een van de hormoonproducerende organen niet goed genoeg werkt. Dit zijn organen die de ovulatie stimuleren en als hier iets mis mee is kan het zijn dat er niet genoeg hormonen worden geproduceerd voor een ovulatie. Een vorm hiervan is PCOS, waarbij is de hormoonhuishouding verstoord, waardoor er teveel LH of testosteron aanwezig is. Het gevolg hiervan is een onregelmatige of wegvallende ovulatie.
Problemen met hormoontransport
Ook kan het probleem liggen bij het hormoonproces zelf, doordat het transport van de hormonen niet in orde is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er te weinig LH en FSH geproduceerd wordt. Dit komt vaak doordat de hypothalamus niet goed werkt, waardoor de hypofyse te zwak wordt gestimuleerd of het transport hiernaar toe niet goed verloopt. Als gevolg wordt er te weinig LH en FSH aangemaakt, wat kan leiden tot problemen met de menstruatiecyclus.
Overgewicht
Een te hoog gewicht kan ook problemen geven aan de menstruatie. Daarom wordt er voor de behandeling vaak het BMI van de vrouw gecontroleerd, omdat vrouwen met overgewicht een grotere risico hebben op complicaties tijdens de behandeling en zwangerschap. Vrouwen boven een bepaalde BMI-waarde worden vaak niet direct behandeld en moeten eerst afvallen. Vaak herstelt de menstruatiecyclus zich weer als het gewicht afneemt.
Jezelf thuis testen
Om er achter te komen of jij ook een onregelmatige menstruatie cyclus hebt zou je een aantal dingen thuis kunnen vaststellen. Ten eerst zou je bij kunnen houden hoe regelmatig jouw cyclus is. Normaal duurt zo’n cyclus ongeveer 28 dagen en begint de eisprong 12 tot 16 dagen voor de menstruatie. Daarnaast hebben vrouwen vaak meer vaginale afscheiding dan normaal rondom de ovulatie, dus let hier ook op. Wijkt dit bij jouw af, dan zou de menstruatie cyclus onregelmatig kunnen zijn.
Als laatst zou je jezelf kunnen testen door een ovulatietest te doen. Hierbij test je de urine en als het veel LH bevat zal de uitkomst positief zijn. Dit betekent dat 12 tot 24 uur later de ovulatie start.
Testen bij de huisarts
Ook is er de mogelijkheid om je bij de huisarts te laten testen. Er zijn een aantal mogelijkheden, zoals een bloedonderzoek of een echografie. Bij een bloedonderzoek wordt het hormoon progesteron gemeten. Dit hormoon wordt in de tweede helft van de menstruatiecyclus geproduceerd en aan de hand hiervan kan er gemeten worden of een ovulatie optreed.
Daarnaast kan er een echografie worden gedaan, hiermee kunnen de eierstokken worden bekeken. Zo kan er bekeken worden of er zich een eicel rijpt in de eierstokken. Door je hierop regelmatig te laten onderzoeken kan de rijping van de eicel gevolgd worden, waardoor de ovulatie vast te stellen is.
De behandeling
Er zijn twee soorten medicijnen waar gebruik van gemaakt kan worden bij ovulatie-inductie, namelijk tabletten met clomifeencitraat en hormooninjecties met gonadotrofinen. Op basis van de uitkomsten van een onderzoek wordt de juiste medicijn voorgeschreven. Andere medicijnen kunnen eventueel ook nog worden voorgeschreven als blijkt dat de stoornis van de menstruatiecyclus wordt veroorzaakt door een probleem ergens anders in het lichaam.
Clomifeencitraat
Bij een behandeling met clomifeencitraat slik je clomid tabletten die de eisprong opwekken. Dit wordt vaak gedaan bij vrouwen met PCOS. De hypofyse wordt gestimuleerd, waardoor er meer FSH geproduceerd wordt. Je FSH-gehalte stijgt en je eierstokken maken hierdoor één of meer follikels aan. Doordat er meer follikels aangemaakt kunnen worden, neemt de kans op een meerling toe.
Van dag drie tot en met dag zeven van je menstruatie begin je met het slikken. Een aantal dagen later wordt er vaak met behulp van een echo of bloedmeting gekeken of er zich een follikel heeft ontwikkeld. Als de follikel groot genoeg is wordt het aangeraden om op een van de volgende dagen gemeenschap te hebben. Een week daarna wordt er gekeken of er een eisprong heeft plaatsgevonden door het progesteron- of temperatuurgehalte te meten. Als ongeveer 16 dagen na de gemeenschap geen menstruatie plaatsvindt zou je thuis een zwangerschapstest kunnen doen.
Als er geen eisprong heeft plaatsgevonden kan de dosering tabletten worden verhoogt. Ook kan er tijdens de behandeling gekeken worden of deze behandeling de juiste is voor jou door een zogenoemde samenlevingstest te doen. Hierbij wordt de kwaliteit van het baarmoederslijmvlies bepaald om te kijken of er in het baarmoederslijmvlies zaadcellen kunnen overleven. Vlak nadat je gemeenschap hebt gehad wordt bekeken of de zaadcellen zich bewegen in het slijm. Als na een aantal keer blijkt dat dit niet het geval is, zal ovulatie-inductie niet de juiste behandeling zijn.
Gonadotrofinen
Een andere behandeling die gedaan kan worden is met gonadotrofinen. Dit is een hormooninjectie met het FSH en wordt vaak gebruik bij vrouwen die problemen hebben met de afgifte van LH en FSH. De injecties moeten ervoor zorgen dat de FSH-gehalte wordt verhoogd, waardoor de eierstokken worden gestimuleerd om follikels aan te maken.
Om te kijken of er met de behandeling gestart kan worden, wordt er eerst een echo gemaakt om te kijken of er cysten aanwezig zijn in de eierstokken en of het baarmoederslijmvlies niet te dik is. Wanneer je hier last van hebt worden er medicijnen gegeven om dit tegen te gaan voordat er met de behandeling gestart wordt.
Als blijkt dat alles in orde is moet je jezelf dagelijks injecteren met het hormoon beginnend op de derde, vierde of vijfde dag van de cyclus. Regelmatig wordt er een echo gemaakt om te kijken of de eierstokken goed reageren op de behandeling. Als de follikel groot genoeg is wordt de eicel opgewekt met nog een injectie met Pregnyl. Dit hormoon zorgt ervoor dat de eisprong ongeveer 40 uur na de injectie plaatsvindt. Vervolgens is het van belang gemeenschap te hebben. Als je 15 dagen later nog niet menstrueert is er de kans op een zwangerschap.
Bijwerkingen ovulatie-inductie
Tijdens de ovulatie-inductie kunnen er bijwerkingen optreden. Zo kunnen er klachten ontstaan als moeheid, haaruitval, duizeligheid en misselijkheid. Bij het gebruik van clomid tabletten kunnen er heel af en toe ook opvliegingen ontstaan.
Een ander gevolg van clomid tabletten kan het krijgen van meerlingen zijn. Dit hoeft echter niet altijd positief te zijn. Aangezien hierdoor de kans groter wordt dat het kind te vroeg geboren zal worden, wat de kans op overlijden of handicap van het kindje groter maakt.
Ook kan ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) ontstaan. Dit ontstaat als de reactie op de eierstokken door de medicijnen te groot is, waardoor er te veel follikels kunnen ontstaan. Hierdoor neemt de omvang van de eierstokken toe en kan er vocht vanuit de bloedvaten naar de buikholte lekken. Symptomen die kunnen ontstaan zijn gewichtstoename, misselijkheid, braken, pijn in de buik, kortademigheid en vochtophopingen in de buik- en borstholte. Echter is deze aandoening zeer zeldzaam, omdat de hoeveelheid hormonen die worden toegevoegd erg laag is.