Bloedverlies tijdens je zwangerschap

Hoe voorkom ik een miskraam?

Een miskraam krijgen is pijnlijk. Toch kun je nooit helemaal voorkomen… Ongeveer één op de tien vrouwen krijgt een miskraam. Het aantal miskramen dat je hebt gehad, kan toevallig zijn. Dat geldt vooral bij vrouwen die rond de veertig jaar zijn of ouder. Leeftijd is namelijk een bepalende factor in het krijgen van een miskraam.

 Je zou ook een afwijking kunnen hebben, waardoor de kans op het krijgen van een miskraam bij jou groter is. Wist je dat zelfs het krijgen van een aantal miskraam de kans op een volgende miskraam kan vergroten? Gelukkig zijn er allerlei medische methoden en middelen beschikbaar die de kans op een miskraam kunnen verkleinen. Lees hier wat je kunt doen om de kans op een miskraam te verkleinen.

Onderzoek

Na twee of drie miskramen wordt er bij de meeste vrouwen een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de miskraam. Het risico op een volgende miskraam is dan hoger dan voorheen. De vrouwen die namelijk twee miskramen gehad, hebben namelijk een kans van 25% om weer een miskraam te krijgen. En wanneer een vrouw drie miskramen heeft gehad, is deze kans naar 35% gestegen. Let op, dit zijn wel schattingen.

Afwijkingen

Bij één op de twee vrouwen wordt er door een medisch professional een afwijking geconstateerd die de oorzaak van de miskraam kan zijn. Denk bijvoorbeeld aan een chromosoomafwijking van de man of  vrouw.  Een chromosoomafwijking is een ‘foutje’ in de vorming van het DNA. Dat foutje zorgt ervoor dat het kind een andere celindeling krijgt. Zo hebben kinderen, die één chromosoom van het chromosoom nummer 23 te veel hebben, het Syndroom van Down.

 Je zou natuurlijk ook een stollingsafwijking kunnen hebben. Een stollingsafwijking ontstaat door bloedpropjes in de placenta. Als vrouw heb je eerder  stollingsafwijking dan een chromosoomafwijking. Een andere afwijking is het antifosofolipidensyndroom, maar bij deze afwijking kan  medicatie (in een bepaalde mate) de kans op een gezond kindje vergroten.

Behandeling antifosfolipidensyndroom

De medicatie van de behandeling voor het antifosfolipidensyndroom bestaat uit heparine-injecties en een kinderparacetamol. Heparine is een antistollingsmiddel dat voorgeschreven wordt bij mensen die last hebben van bloedstolsel. Stolsels kunnen namelijk de doorgang van je bloed naar je bloedvaten afsluiten.

Andere medicatie

Je hebt vast wel eens van foliumzuur gehoord. Dit is een voedingssupplement dat je zowel voor als tijdens de zwangerschap kunt gebruiken. Dit voedingssupplement verkleint niet alleen de kans op een open ruggetje, maar helpt ook het homocysteïngehalte te verlagen. Dat is belangrijk, omdat het kindje door een hoge hoeveelheid homocysteïne een grotere kans heef op een hersen- of hartinfarct.  Je zou voor een goede ontwikkeling van de hersenen van je ongeboren kindje ook Omega-3-capsules kunnen gebruiken: een voedingssupplement dat wordt door veel medici aanbevolen, vanwege het hoge vetzuurgehalte. De foetus heeft namelijk, onder andere voor de ontwikkeling van de hersenen, de nodige vetzuren nodig. Deze broodnodige vetzuren kun je uit vis halen. Daarnaast slikken veel zwangere vrouwen, die een miskraam hebben gehad, elke dag een kinderaspirientje van 100 milligram. Heparine-injecties en kinderparacetamol zijn namelijk beide antistollingsmiddelen en deze voedingssupplementen kunnen de kans op een miskraam verkleinen.

Andere mogelijkheden

Misschien kun je, als je herhaaldelijk een miskraam hebt gehad, kijken waar jij je zelf het beste bij voelt. Sommige vrouwen ‘staken’ vanwege de miskraam het zwanger worden een poosje, terwijl andere vrouwen halsreikend uitkijken naar mogelijkheden voor adoptie. Andere vrouwen kiezen voor een pleegkind of blijven bewust kinderloos. Neem de tijd voor je keuze, maar houd er rekening mee dat je vruchtbaarheidskansen op een gezond kindje en een gezonde zwangerschap per jaar afnemen, vooral na je 35ste.

We wensen je in elk geval veel succes met het kiezen van de juiste oplossing!